Beweging

    Basiselementen/Beeldtaal/Animatiestijl/Animatierichtlijnen

    Met de juiste vertraging en versnelling creëer je een gebalanceerde beweging. Dit zorgt voor een prettige kijkervaring. Vermijd details en bewegingen die te veel afleiden of zorgen voor een cartooneske uitstraling. Bewegende personages en objecten blijven solide in hun vorm.

    Richtlijnen

    • Beweging vindt vooral plaats in het horizontale en verticale vlak, inschuiven of omlaag/omhoog schuiven (zie ook het animatievoorbeeld bij 'kijker meenemen'). Gebruik een horizontale lijn of balk om objecten of karakters op te positioneren. Deze vorm kan op een slimme manier onderdeel worden van de de bewegingen en overgangen in het verhaal.
    • Objecten bewegen daarnaast volgens een natuurlijke en vloeiende bewegingslijn. Dit betekent voor karakteranimatie subtiele boog-bewegingslijnen en voor abstracte elementen, zoals tekst, rechte bewegingslijnen.
    • Zorg voor een natuurlijke uitstraling door subtiele doorgaande beweging (zoals haar) en overlappende actie (zoals rustig slingerende armen bij een wandelanimatie). Ook hiermee voorkom je mechanische bewegingen.
    • Elk object beweegt aan de hand van een gepaste en natuurlijke versnelling en vertraging. Houdt hiervoor een minimum ease aan van 33%. Voorkom dat de animatie te rubberachtig of stroperig wordt met een te hoge ease.
    • 'Camerabewegingen' dienen strak, rustig en consistent te zijn. Voorkom te grote, maar ook te kleine nietszeggende bewegingen.
    • Overgangen tussen shots zijn rustig en natuurlijk. Dit betekent dat het decor in- en uitschuift, of in- of uitzoomt. Een object die de overgang maskeert kan worden gebruikt om de transitie er natuurlijk uit te laten zien.
    Voorbeeldanimatie van beweging

    Don'ts

    • Beweging van personen, dieren of objecten blijft beperkt.  Probeer situaties waarin personages volledig geanimeerd dienen te worden, zoals lopen, fietsen en springen te voorkomen. Beperkte, natuurlijke bewegingen zoals armen optillen, muis bewegen, iets pakken, hebben de voorkeur. Elke beweging moet het verhaal ondersteunen.
    • We gebruiken géén 3D in rijksanimaties. Dit geldt ook voor draaibewegingen in hoofden of lichamen.
    • Maak geen gebruik van anticipatiebewegingen, zoals overdreven schrikken of juichen, en vervorm elementen niet onnodig, want dit draagt bij aan een onrealistische of cartooneske uitstraling.