Technisch gezien is dit een complex proces. Tijdens het ontwerpproces moeten de plaatsing van alle verbindingspunten individueel worden beoordeeld. Door deze ankerpunten strategisch te plaatsen ten opzichte van het pixelraster, kunnen zowel de binnen- als buitenkant van de vormen geoptimaliseerd worden voor digitale toepassingen.
Dit is een technische handeling waarbij de pixelweergave leidend is voor het ontwerp, met behoud van vloeiende en organische lijnen in vectoren. Ter illustratie, hieronder zie je twee afbeeldingen van hetzelfde icoon. Aan de linkerkant is de voorvertoning (vector) van het bestand te zien, en aan de rechterkant zie je de technische opbouw en pixelniveau-voorvertoning van hetzelfde icoon.
Zoals je kunt zien, is het kleurverloop in de pixelweergave zo geleidelijk en gelijkmatig mogelijk. In de pixelweergave zie je bijvoorbeeld dat de vingers perfect recht zijn, terwijl ze in vectorformaat enigszins taps toelopen om een organische uitstraling te behouden. De vingertoppen hebben een bolling, terwijl ze op pixelniveau recht en zuiver zijn opgebouwd. Om dit te bereiken, is elk verbindingspunt (in vector) individueel beoordeeld en optimaal geplaatst op pixelniveau. Hierdoor ontstaat een open vorm en een gelijkmatige verdeling van pixels, wat zowel in drukwerk als digitaal optimaal scherp oogt. Dit is geen automatische functie die softwarematig kan worden toegepast, bijvoorbeeld met de "pixel-perfect" functie in Illustrator. Elk verbindingspunt moet afzonderlijk worden beoordeeld, en dit bepaalt uiteindelijk hoe goed het icoon functioneert, hoe het kan worden toegepast en wat de kwaliteit is.